Nescio in Artis…

nescio-artis

Een zomerdag in Artis. Veel mensen, en dieren, maar ook poëzie…

Deze ‘eerste ontroering’ van Nescio deed zich voor op zijn vijftiende jaar, in de eerste week van oktober, tegen half zes, op een bank in Artis.

 Ik zit op een bank in Artis. Er was niemand meer, ’t was er zoo stil en de bladeren van de boomen ritselden. In de verte kraakte ’t grint, ergens werd een emmer neergezet op een houten vloer, ik hoorde ’t, maar zag ’t niet. 

Langs den stam van een hoogen boom keek ik naar boven en zag dat de avond niet viel, want ’t was boven lichter dan beneden. De bladeren trilden en draaiden heel even en een geel blad liet los en viel op ’t grasveld. Toen voelde ik dat alles goed was en dat er nog iets komen zou, later. ’k Voelde tegelijk een groote tevredenheid en een groot verlangen. En de zekerheid dat deze dag nooit terug zou komen. Toen kraakte ’t grint harder en een man zei: ‘Jongeheer, U moet er uit, we gaan sluiten.’

 

meer over de dichterlijke herinneringen van Nescio
in een lezing van Lieneke Frerichs (8 okt. 2005)



Leave a Response