Cremer Museum in aanbouw


In Enschede wordt hard gewerkt aan de realisering van het Cremer Museum. Architectenbureau seArch heeft in samenwerking met Rem Koolhaas het ontwerp gemaakt om het Balengebouw, een historisch pakhuis voor katoen, te verbouwen tot museum.

Museum?
Al in 2007 werd besloten om dit project van de grond te krijgen. In het bidbook, gemaakt om sponsors te overtuigen, schreef Burgemeester Peter den Oudsten van de Gemeente Enschede het volgende voorwoord:

Jan Cremer en Enschede. Een unieke combinatie die vorm zal gaan krijgen in een prachtig en bruisend initiatief: het CREMER MUSEUM in de wijk Roombeek. De gemeente Enschede is een groot voorstander en pleitbezorger van het CREMER MUSEUM en ziet het als een aanwinst voor deze regio! Het was de grote wens van de gemeente Enschede dat het Cremer Museum er zou komen en Enschede vindt het een eer dat Jan Cremer zijn naam wil gaan verbinden aan dit project. Dit is een uniek gebeuren voor onze gemeente – DE kans voor het bedrijfsleven om hier nu in te springen – om het monumentale werk van Jan Cremer in Enschede permanent te kunnen tonen. Het CREMER MUSEUM wil een podium worden voor spectaculaire exposities en hier krijgen jonge kunstenaars hun kans. De gemeente steunt dit initiatief van harte, ik hoop dat u dit ook zult doen.

Museum?
Op de website van Jan Cremer wordt het project omschreven als:

hier ontstaat een swingende internationale habitat voor naar verwachting 50.000 bezoekers per jaar. Jonge kunstenaars, kunstliefhebbers, studenten en sporthelden, fotomodellen en fotografen en vroege notabelen, journalisten en zakenmensen. Die één ding met elkaar gemeen hebben: ze willen zich ontspannen, laven aan elkaars gezelschap, aan de inspirerende locatie, aan schoonheid van de pure kunst en aan het voortreffelijke culinaire aanbod. Typisch dus een ambiance waar dynamische merken gedijen, want de locatie weerspiegelt het nieuwe spectaculaire tijdsgewricht.

Het gebouw
Om het pand geschikt te maken voor de museale functie waren nogal wat bouwkundige ingrepen nodig. De lage plafonds op de begane grond werden niet geschikt geacht voor het exposeren van de werken van schilder-schrijver Jan Cremer. De oude fundering is vervangen door een kelderbak, die dieper ligt dan het oorspronkelijke gebouw, zodat de onderste etage een plafondhoogte van 4 m heeft. De bovenste verdieping is 2,5 m opgekrikt omdat ook daar de plafondhoogte te laag was. Omdat de toren voor een ongelijkmatige belasting zorgde, is deze eerst in een stalen hulpconstructie gezet en 3 m opgevijzeld. Tussenin komt een extra bouwlaag, gevat in een glazen en stalen constructie. De ontsluiting van het gebouw loopt vanaf de entree als glazen trappen en gangen om het gebouw heen.


De gevel van het museum wordt bekleed met gevelelementen waarin het beroemde omslag van het boek  ‘Ik Jan Cremer” in reliëf is verwerkt. De elementen zijn gemaakt bij Westo Prefab Beton Systemen B.V. De elementen variëren in grootte van 1,5 tot 9 meter lang en 2 tot 4,5 meter hoog.
(Het originele ontwerp van het omslag kwam in september 2010 in bezit van het Rijksmuseum.)

Jan Cremer werd op 20 april 1940 geboren in Enschede en werd beroemd (en verguisd) als schrijver en beeldend kunstenaar. De publicatie van het boek Ik Jan Cremer in 1964 veroorzaakte een enorme turbulentie in de Nederlandse samenleving.
Wat vooral rumoer en weerstand opriep, was het feit dat Cremer openlijk over seks schreef: “In het begin naaide ik Brigitte vijf keer per nacht, en hoe, wild, wilder, wildst, na een paar weken schold ze me uit voor intellectueel, omdat ik haar maar één keer naaide en dan nog met moeite”. Verschrikkelijk, maar iedereen wilde dat ‘vieze boek’ lezen en het werd een van de grootste verkoopsuccessen van Uitgeverij De Bezige Bij. Meer over Ik Jan Cremer bij Geschiedenis 24.

Later kreeg Jan Cremer toch ook meer bekendheid als schilder en met het Cremer Museum toont Enschede haar waardering voor deze bekende wereldburger.

In 2006 werd op tv-zender Canvas een interview uitgezonden met Jan Cremer vanuit zijn huis in Toscane. Hieronder het eerste gedeelte. Twee vervolgdelen zijn te zien op de site van Jan Cremer.



Leave a Response