Boekenwijsheid – drie eeuwen kennis en cultuur in 30 bijzondere boeken
Het boek Boekenwijsheid, drie eeuwen kennis en cultuur in 30 bijzondere boeken, is uitgebracht ter gelegenheid van het gereedkomen van het STCN- project. De Short-Title Catalogue, Netherlands is de nationale bibliografie waarin alle boeken zijn beschreven die tussen 1540 en 1800 in Nederland zijn gepubliceerd of elders in de Nederlandse taal zijn verschenen.
Na een lange voorbereiding is men in 1982 van start gegaan en heeft men in meer dan twintig bibliotheken in totaal ruim een half miljoen boeken geanalyseerd en gecatalogiseerd. Het resultaat, bij het gereedkomen van dit project in juni 2009, is een bestand van 200.000 boekbeschrijvingen, waarin op tal van criteria kan worden gezocht. Het boekhistorisch onderzoek heeft hiermee geweldige nieuwe mogelijkheden gekregen.
Boekenwijsheid is samengesteld uit bijdragen van 32 wetenschappers, over een boek uit de periode 1540-1800 dat zij voor hun vakgebied als kenmerkend beschouwen. Dat leverde zeer uiteenlopende essays op, van het boekje Nova Poemata uit 1575, met Latijnse gedichten van Ianus Douza tot De goede, schuldelooze natuur uit ca. 1800, een uit het Frans vertaald erotisch toneelstuk.
Daartussen hoogtepunten als het hoofdstuk van Jan Hogendijk over rekenmeester Ludolph van Ceulen die in de strijd rond de kwadratuur van de cirkel, het aantal decimalen van het getal pi wist op te voeren tot 35.
Een mysterieuze cirkel speelt ook een rol in het qua afmeting grootste boek uit deze verzameling, over de schermschool van Girard Thibault, Academie de l’espée, besproken door Willem Otterspeer.
Dit bij Elzevier gedrukte prachtwerk meet in geopende toestand 57 x 85 cm en bevat meer dan veertig grote prenten van zestien verschillende kunstenaars.
Maar ook op het vertrouwde gebied van ‘boekendingen’ staan er enkele boeiende bijdragen in Boekenwijsheid.
Paul Hoftijzer beschrijft in zijn bijdrage een catalogus van een een collectie gebonden boeken, die in 1640 door de Enkhuizer boekverkoper Albert Wesselsz Kluppel is geveild (afb.). Er werden in de Nederlandse Republiek duizenden boekenveilingen gehouden, maar slechts een klein deel van de bijbehorende catalogi is bewaard gebleven. Bovendien bevinden die zich veelal in het buitenland, vaak in de collecties van vorstelijke verzamelaars. Hoftijzer beschrijft het leven van Kluppel en geeft een analyse van het boekenaanbod uit de catalogus.
In een ander hoofdstuk vraagt Adri K. Offenberg aandacht voor de 18de-eeuwse joodse drukkers in Amsterdam. Hij doet dat aan de hand van een fraai gedrukt Hebreeuws bijbeltje, Tikkóen Sofríem uit 1726. Hoewel er verschillende exemplaren van dit bijbeltje bekend zijn wordt in geen enkel de naam van de drukker vermeld. Offenberg doet verslag van het onderzoek naar de identiteit van de drukker. Er zijn in die jaren dertien joodse drukkers aktief in Amsterdam. Ongeveer vijftig joodse drukken uit die periode worden vergeleken op gebruik van lettertypen, papiersoort en watermerken, maar dit leidt niet tot resultaat. Wat overblijft is een typografisch sierelement, een bloemenmandje, dat vier keer voorkomt in het Tikkóen Sofríem. Het zoeken was dus naar uitgaven waarin hetzelfde bloemenmandje voorkomt en waarin de naam van de drukker wel vermeld wordt. Via een catalogus in de Bodleian Library in Oxford komen er aanwijzingen die leiden naar de drukker Levi Rofé in Amsterdam. Maar het raadsel van de bloemenmandjes wordt niet opgelost. De zoektocht wordt uitgebreid naar boeken uit de periode 1720 tot 1750, maar is nog steeds niet afgelopen.
Ook het verhaal over de Bijbel der natuure van Jan Swammerdam blijkt spannende elementen te bevatten. Luuc Kooijmans begint zijn verhaal met het in 1669 uitgegeven boek Historia insectorum generalis, ofte Algemeene verhandeling van de bloedeloose dierkens van de dan nog onbekende natuuronderzoeker Jan Swammerdam. Het bevatte nieuwe inzichten over het leven van insecten, waarvan men tot dan geloofde dat deze vanzelf uit rottende materie ontstonden.
Swammerdam was een bezeten onderzoeker, hij streefde naar steeds verfijnder ontleedwerk, maar raakte in de knel door gebrek aan tijd en geld en conflicten met rivalen. In steeds groter verwarring kwam hij onder invloed van Antoinette Bourignon, een zieneres die opriep alle wereldse ijdelheden te verzaken en zich, onder haar leiding, te richten op het dienen van God. Na een half jaar maakte hij zich weer los van deze sekte en ging verder met het onderzoek voor ‘het grote werk’, het vervolg op zijn insectenboek. Het zou een prachtig boek worden, in folio, met tientallen illustraties. In het begin van 1679 was het werk gereed. Het grote werk, waaraan hij zijn halve leven had besteed. Kort daarop werd hij ziek en overleed, 43 jaar oud.
Maar het boek was nog niet uitgegeven. Het manuscript en de tekeningen waren bij zijn Franse beschermheer Thévenot ondergebracht, die om allerlei redenen afzag van publikatie. Na diens dood in 1692 kwamen de papieren in verschillende handen. Toen de befaamde Leidse medicus Boerhaave, een groot bewonderaar van het werk van Swammerdam, het manuscript kon traceren, lukte het hem in 1727 deze voor veel geld in handen te krijgen. Omdat het werk nog steeds unieke kennis bevatte zorgde hij dat het werd uitgegeven. Dat duurde overigens nog tot 1737. 57 Jaar na de dood van Jan Swammerdam verscheen eindelijk zijn Bijbel der natuure (afb.).
Boekenwijsheid, een mix tussen een wetenschappelijk en een publieksboek, is een mooi, stevig gebonden boek van bijna 300 pagina’s. Zowaar eens geen stofomslag maar een foto direkt op de boekband gezet. De meeste opstellen heb ik met genoegen gelezen en leveren volop aanknopingspunten voor nadere studie.
Een uitleg over de STCN-beschrijving die elk hoofdstuk afsluit, had niet mogen ontbreken. De ‘vingerafdruk’ is voor niet-ingewijden nu een magische formule.
Boekenwijsheid, drie eeuwen kennis en cultuur in 30 bijzondere boeken, onder redactie van Jan Bos en Erik Geleijns, Walburg Pers, juni 2009.
Eerst lezen, dan kijken
Meestal wordt pas na het bezoeken van een tentoonstelling de museumwinkel bezocht om daar de bijbehorende lectuur aan te schaffen. Nu heb ik weer eens gemerkt dat het vooraf lezen over zaken die je op een tentoonstelling zal tegenkomen een aanzienlijke verrijking is.
In Museum Meermanno, museum van het boek, in Den Haag is een tentoonstelling ingericht waar de dertig boeken uit Boekenwijsheid liggen uitgestald in vitrines, omringd door soortgenoten uit hetzelfde vakgebied. Dankzij de boeiende achtergrondverhalen die ik nu vooraf heb gelezen, is het zien van de ‘echte’ boeken een bijzondere ervaring. De kleine veilingcatalogus uit 1640, van boekverkoper Kluppel uit Enkhuizen, had ik anders zeer waarschijnlijk over het hoofd gezien…